Hoofdluis

Iedereen kan hoofdluis krijgen

Hoofdluis oplopen is gewoon pech hebben. Het heeft niks te maken met vies of schoon zijn. Hoofdluis kun je krijgen door direct contact met iemand die hoofdluis heeft. De luizen lopen van het ene hoofd naar het andere. Springen kunnen ze niet.

Kinderen tussen de 3 en de 12 jaar krijgen vaker hoofdluis omdat ze tijdens het spelen vaak letterlijk de hoofden bij elkaar steken.

Hoe herkent u hoofdluis?

Als je nog maar een of twee luizen hebt, merk je meestal niks. Maar als er meer komen, krijg je vaak erge jeuk. Luizen leggen veel eitjes: neten. Dit zijn kleine witte puntjes die vastzitten aan de haren. Zolang deze neten in het haar zitten, blijven er luizen geboren worden. De luis zelf loopt op de hoofdhuid en ziet eruit als een heel klein spinnetje. Het liefst zitten de luizen in het nekhaar, achter de oren of onder de pony.

Hoe krijg je hoofdluis weg?

Constateert u luizen, begin dan meteen met behandelen en doe dat bij iedereen in het gezin. Hoofdluis krijg je weg door het haar heel goed te kammen. Elke dag, twee weken achter elkaar met een speciale netenkam (tip: de netenkam Nisska is de beste, te bestellen via internet). Een mengsel van 1/3 azijn met 2/3 water een kwartier te laten intrekken in het haar voor het kammen uit, zorgt ervoor dat de neten gemakkelijk loslaten. Wilt u toch een lotion gebruiken? Dan kunt u beste kiezen voor XT-luis of Prioderm (deze zijn niet chemisch).

Meld het ook bij de leerkracht, vriendjes en vriendinnetjes en eventueel bij de kinderopvang, de sportclub, etc. Op school is een informatiefolder over hoofdluis te verkrijgen.
Verdere informatie:

•  http://www.rivm.nl/ Gebruik op deze site de zoekterm “hoofdluis”.

Met deze gezamenlijke inspanning kunnen we verdere verspreiding voorkomen.

Het is geen schande als je hoofdluis hebt, maar wel als je er niets aan doet.

Als u nog vragen of opmerkingen heeft, kunt u contact opnemen met de leerkracht van uw kind of met de coördinator van het Kriebelteam.

Stappenplan: Wat doet u/doen wij bij hoofdluis?

1) de ouder meldt de leerkracht dat het kind luis heeft. De ouders van de groep ontvangen via de mail de luizenmeldingsbrief. Er volgt nacontrole van de groep na twee weken en indien nog niet kriebelvrij weer na twee weken. Heeft u binnen het gezin meer kinderen met luis, meld dit s.v.p. in alle groepen.

2) bij constatering door het Kriebelteam: het Kriebelteam geeft door aan de leerkracht welk kind hoofdluis heeft. De coördinator van het Kriebelteam belt de betreffende ouders van kinderen die hoofdluis hebben. De de ouders van de groep ontvangen via de mail de luizenmeldingsbrief. Er volgt nacontrole van de groep na twee weken en indien nog niet kriebelvrij weer na twee weken.

Wat te doen als luis aanblijft?
Het Kriebelteam neemt contact op met gezin en geeft extra kaminstructie.

“Oude neten”: ter beoordeling van het Kriebelteam of er wel of geen luizenmelding van wordt gemaakt.