Download hier de ouderfolder van de kanjertraining, klik op de afbeelding.
1. Plagen en pesten
Er is een verschil tussen plagen en pesten. Onder plagen verstaan we gedrag tussen leerlingen die aan elkaar zijn gewaagd: de ene keer doet de een iets onaardigs, een volgende keer is het de ander. Plagen is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Plagen kan wel overgaan in pesten. Pesten is wél bedreigend. Pesten vindt niet zomaar een keer plaats, maar meerdere keren per week of zelfs meerdere keren per dag, gedurende een langere periode. De pester misbruikt zijn macht en het slachtoffer wordt uitgelachen, uitgescholden, vernederd, gekleineerd, geslagen of er worden dingen van hem of haar afgepakt. Naast deze openlijke vormen van pesten, komen ook vormen van pesten voor die niet zichtbaar zijn, zoals het buitensluiten van iemand.
Bij pesten zijn drie rollen te onderscheiden:
Vaak is er een groepje leerlingen dat meedoet met de pester. Dit zijn de zogenoemde meelopers. Daarnaast spelen leerlingen die niet direct zijn betrokken bij het pesten een rol. Doordat deze zwijgende middengroep de gepeste leerling niet steunt en de pester niet probeert te stoppen, kan een pester vrijelijk zijn of haar gang gaan. Vaak versterkt de zwijgende middengroep het succes van de pester door op een afstandje toe te kijken en te lachen om wat er gebeurt.
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van de kinderen. Onderdeel van het veiligheidsbeleid op onze school is, dat het team een goed inzicht heeft in de veiligheidsbeleving van de leerlingen. Dit inzicht verkrijgt de school, doordat leerkrachten open staan voor signalen die kinderen afgeven of opmerkingen die zij maken. De leerkracht gaat in zo’n geval serieus in op hetgeen hij/zij hoort of waarneemt (lichaamstaal) en probeert door te vragen erachter te komen wat er speelt. In individuele gevallen onderneemt de leerkracht de nodige stappen om het gebrek aan veiligheidsgevoel bij de betreffende leerling of leerlingen weg te nemen. Zijn de signalen structureel en is er mogelijk sprake van een breed gevoel van onveiligheid, dan maakt de leerkracht dit bespreekbaar bij de directie of binnen de bouw/het team. De kinderen van groep 5 t/m 8 vullen twee keer per schooljaar een vragenlijst van de Kanjertraining in. Door deze vragenlijst krijgen de leerkrachten zicht op hoe het kind zich voelt. Tot slot stelt de school structureel een onderzoek in naar de veiligheidsbeleving van kinderen, door eenmaal in de twee jaar onder een representatieve groep leerlingen een vragenlijst af te nemen.
Toch kan het zijn dat u thuis merkt dat uw kind gepest wordt, terwijl op school daar nog onvoldoende signalen voor zijn. Wij stellen het op prijs als u dit dan meteen bespreekt met de groepsleerkracht of de directie. Zo kunnen we samen met u meteen stappen ondernemen.
Om het pesten preventief tegen te gaan, hanteren wij door de hele school de Kanjertraining. Het belangrijkste doel is dat kinderen positief over zichzelf en de ander leert denken. Ook leren kinderen wat ze kunnen doen in een situatie waarin ze zichzelf bedreigd voelen.
Er is sprake van pesten wanneer een of meer leerlingen herhaaldelijk en langdurig negatief gedrag vertonen t.o.v. een andere leerling. Een vereiste om pesten op school serieus aan te pakken, is dat alle betrokkenen pesten als een bedreiging zien voor het veiligheidsgevoel en bereid zijn het te voorkomen en te bestrijden.
2. Richtlijnen om pesten te voorkomen
Hieronder volgen, in willekeurige volgorde, enkele richtlijnen voor de school om pesten te voorkomen:
Bovenstaande punten komen terug in de Kanjertraining.
3. Hulp aan de gepeste leerling en zijn of haar ouder(s)/verzorger(s)
De leerkracht maakt bij het helpen van de gepeste leerling gebruik van hulp en advies van de interne begeleider, de collega’s of de directie. Het is belangrijk om te proberen de gepeste leerling verloren begrip voor een ieders eigenheid en zelfrespect opnieuw bij te brengen: “ik ben ik en jij bent jij en dat mág niet alleen, maar dat hóórt zo.” De leerkracht probeert de leerling te helpen zich minder kwetsbaar te voelen en zich minder kwetsbaar op te stellen. Wanneer een leerling zich bijvoorbeeld steeds gekwetst voelt bij een relatief onschuldig grapje, kan de leerkracht proberen de leerling aan diens incasseringsvermogen te helpen werken.
Als het bovenstaande niet helpt, wordt een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s) van de gepeste leerling aangegaan. De leerkracht geeft hierin de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling de gelegenheid om hun visie op het probleem te geven en deelt zijn of haar eigen inzichten over de oorzaken van het pesten met de ouder(s)/verzorger(s), dit uiteraard afhankelijk van en rekening houdend met de vermoede reden van het worden gepest. Gezamenlijk kan dan naar een oplossing worden gezocht.
Bij ernstige gevolgen van pesten probeert de leerkracht, samen met de ouder(s)/verzorger(s), de gepeste leerling zijn of haar gevoel voor eigenwaarde te laten terugvinden. Zonodig wordt hierbij, met toestemming van de ouder(s)/verzorger(s), hulp van een professionele instelling ingeschakeld.
4. Hulp aan de pester en zijn of haar ouder(s)/verzorger(s)
De leerkracht maakt bij het helpen van de pester gebruik van hulp en advies van de interne begeleider, collega’s of directie. De leerkracht voert probleemoplossende gesprekken met de pester, waarin hij of zij probeert achter de oorzaak van het pestgedrag te komen.
Het gedrag van de pester kan allerlei mogelijke oorzaken hebben. Als de oorzaak enigszins duidelijk is, probeert de leerkracht de gevoeligheid van de pester te vergroten voor wat hij of zij de gepeste leerling aandoet. Hierbij houdt de leerkracht rekening met de mogelijke oorzaken van het pestgedrag. De leerkracht probeert hiermee de pester te helpen zich bewust te worden van de effecten van zijn of haar gedrag. Iedere leerkracht zal, eventueel na overleg met de interne begeleider, directie of het gehele team, zijn of haar eigen weg hierin kiezen, afhankelijk van de ernst en omvang van het probleem. Eventueel neemt iemand anders de taak over. Het is belangrijk dat de leerkracht afspraken met de pester maakt over gedragsverandering. Daarbij kan ook met de pester worden afgesproken welke maatregelen er worden genomen als het pesten zich herhaalt. Deze afspraken met de pester kunnen in de bovenbouw vorm krijgen in een contract. In een dergelijk contract met de leerling wordt ook vastgelegd wanneer het gedrag wordt geëvalueerd en wanneer er, indien het gedrag niet voldoende is veranderd, wordt overgegaan tot de afgesproken maatregelen.
Er wordt daarnaast een gesprek aangegaan met de ouder(s)/verzorger(s) van de pestende leerling. De leerkracht, de groepsleerkracht of een ander betrokken personeelslid vraagt de ouder(s)/verzorger(s) in dit gesprek om medewerking bij de aanpak van dit probleem. Daarbij kan een deskundige adviseren over hoe zij hun kind zouden kunnen helpen, dit alles uiteraard afhankelijk van en rekening houdend met de mogelijke oorzaak van het gedrag van hun kind. Een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s) kan het beste al in dit stadium worden gehouden, omdat de meeste leerlingen hun gedrag slechts (kunnen) aanpassen als het pesten in een vroeg stadium wordt aangepakt. Soms kan het nodig zijn de pester te beschermen tegen mogelijk al te rigoureus (lichamelijk) straffen door de ouder(s)/verzorger(s).
Als het pestgedrag van de betrokken leerling blijft voortduren, wordt hulp van buitenaf ingeschakeld, bijvoorbeeld van een Onderwijsbegeleidingsdienst, Jeugdzorg en/of Riagg. De ouder(s)/verzorger(s) dienen hiervoor toestemming te geven.
5. Digitaal pesten
Door de digitale mogelijkheden zijn de communicatiemiddelen uitgebreid. Helaas worden deze middelen niet door iedereen op de goede wijze gebruikt. Kinderen die anderen via de digitale middelen vervelend benaderen, doen dit meestal vanuit hun eigen huis. De ontvanger ontvangt dit bericht ook thuis. Echter school is een samenkomst van kinderen en op deze wijze raken wij toch erbij betrokken. Dit zorgt voor veel onrust in de groep en bevordert de sfeer niet.
Onze handelswijze hierin:
6. Schorsing en verwijdering
6.1 Time-out
Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
6.2 Schorsing
Indien een incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
6.3 Definitieve verwijdering
Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Basisschool De Schelp
Europasingel 110
1693 GV Wervershoof
T: 0228 581761
Alle contact gegevens »© 2016. SKO West-Friesland. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd of hergebruikt op enigerlei wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Concept & Realisatie: Eyefun, Amsterdam